Van goed onderwijs is sprake als het aan twee criteria voldoet: in de eerste plaats wanneer onderwijs talenten van individuen zoveel mogelijk tot ontplooiing laat komen; in de tweede plaats waarneer onderwijs die talenten in relatie brengt met wat de samenleving nodig heeft.
Hoe gaat Nederland om met potentiële talenten?
Van nature zijn mensen vanaf hun geboorte bezig hun omgeving te ontdekken en hun positie daarin te bepalen, afhankelijk van de intellectuele bagage die zij mee hebben gekregen. De wereld van letters en cijfers Een belangrijk moment in het educatieproces van onze jongste leerlingen is de stap naar het basisonderwijs. Dat betekent voor hen vooral een nieuwe ontdekkingstocht: die naar de wereld van letters en cijfers. Dat zijn domeinen die voor hun persoonlijke ontwikkeling essentieel zijn. Hun nieuwsgierigheid daarvoor wordt geprikkeld in een vertrouwenwekkende ambiance, waarin de, veelal vrouwelijke, leerkrachten met grote toewijding en zorg hun nieuwe leerlingen begeleiden. Eerste ontbrekende schakel
Die overgang naar het basisonderwijs laat ook zien, dat ongemerkt hun ontdekkingstocht naar verschijnselen in natuur en techniek abrupt eindigt. Een tocht die zij als peuter en kleuter van nature ondernamen. Gerda Geerdink (http://www.gerdageerdink.nl) heeft in haar promotieonderzoek vastgesteld. dat leerkrachten op de basisschool vooral de ontwikkeling van het kind centraal stellen en niet het kennismaken met de wereld om hen heen. Zo blijken de kennisdomeinen van natuur en techniek in dat onderwijs niet of nauwelijks aan bod te komen. Nederlandse leerlingen aan de basis van hun educatie blijven hierdoor verstoken van kennis- en ervaringsgebieden die voor het ontdekken en ontwikkelen van hun talenten van wezenlijk belang kunnen zijn, voor henzelf en voor onze samenleving. Oorzaken Twee hoofdoorzaken spelen hierbij een rol. In de eerste plaats het profiel van leerkrachten in het basisonderwijs: veelal jonge vrouwen met een focus op zorg en welzijn. Zij missen de affiniteit met de wereld van de maakindustrie. Een tweede oorzaak is de druk op leerkrachten om hen vooral te bewegen het taal- en reken- onderwijs op een zo hoog mogelijk peil te brengen. Daardoor is er voor de OJW-vakken (Oriëntatie op Jezelf en de Wereld) weinig tijd en binnen die vakken al helemaal niet voor natuur- en scheikunde. Op een Netwerkdag waren pabodocenten het hier roerend over eens. |
Tweede ontbrekende schakel
Een tweede, al lang sluimerend, probleem in ons onderwijs is, dat de wereld van natuur en techniek ook in de onderbouw van het voortgezet onderwijs nauwelijks aandacht krijgt. Het accent op het algemeen vormend onderwijs, waarin het werken met echte praktijkopdrachten ontbreekt, belemmert in hoge mate de ontwikkelingsdrang bij die leerlingen. Prikkels om zelf de handen uit de mouwen te steken en te ontdekken waar hun mogelijkheden liggen, zijn er onvoldoende. Onderwijs in onbalans De twee ontbrekende kennisschakels maken, dat ons onderwijs niet in balans is en onvoldoende toegemoet komt aan twee belangrijk voorwaarden voor goed onderwijs: 1. individuen inspireren om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen 2. onderwijsaanbod leveren waar de samenleving behoefte aan heeft. De negatieve consequenties Deze omissies in ons onderwijsaanbod duperen veel jongeren en zij berokkenen onze samenleving als geheel veel schade: 1. Te veel jongeren maken een verkeerde studiekeus. 2. Te veel jongeren verlaten hun opleiding voortijdig 3. De technieksector krijgt te weinig instroom. 4. De arbeidsmarkt voor technici raakt verstoord. Verkeerde studiekeus Onbekend maakt onbemind. Dat geldt zeker voor ouders en leerlingen op het moment dat zij voor de keus staan voor een vervolgopleiding en daarbij de technische richtingen uitsluiten. Bij ouders speelt nog extra het idee, dat hun kinderen met een theoretische leerlijn de beste maatschappelijke positie kunnen krijgen. |
Onvoldoende instroom in technieksector
Het is duidelijk, dat het basisonderwijs te weinig richtinggevend is voor veel jongeren bij de keuze van een vervolgopleiding die in de buurt komt bij hun mogelijke talenten. Een deel van de jongeren mist daardoor het zicht op wat technische opleidingen hen zouden kunnen bieden: , bij hun eigen talentontwikkeling . bij hun carrièremogelijkheden. De onderwijskolom techniek, vmbo, mbo en hbo techniek, is door de sterk afnemende instroom leerlingen en studenten de dupe van de verkeerde studiekeus van veel jongeren. Voortijdige schoolverlaters Een ander effect van die verkeerde studiekeus is, dat te veel jongeren in een onderwijsomgeving komen die hen onvoldoende prikkelt en uitdaagt. Dit motivatieprobleem doet zich het sterkst voor in het vmbo en mbo. Het gebrek aan uitdagende praktijkprojecten leidt bij te veel leerlingen tot een hoge mate van apathie of frustratie. Deze cultuur verklaart in belangrijke mate, waarom veel jongeren, met name in het beroepsonderwijs, ongemotiveerd raken en het onderwijs vervroegd verlaten De Rijksoverheid erkent dit probleem en heeft daar een aanval op ingezet: in 2016 niet meer dan 25.000 jongeren zonder startkwalificatie. Van de zes maatregelen in deze aanval is er slechts één die dicht staat bij wat jongeren aanspreekt: 'leren door met de handen te werken'. De vijf andere zijn maatregelen die de motivatiesnaar van leerlingen volstekt missen. Verstoring arbeidsmarkt technici De hier beschreven onbalans in ons onderwijs is de hoofdoorzaak voor de spanningen die we op de technische arbeidsmarkt kennen. Dat geldt zowel de hoogopgeleiden, die voor verdere groei van technologiekennis moeten zorgen, als de vaklui, nodig voor het dagelijkse productie- en onderhoudswerk. |