‘Evidence based’
In de experimenteerfase van 2012- 2020 hebben per jaar ca 1800 leerlingen in het basisonderwijs met de OhO-t-methode gewerkt, die daarbij door ca 150 jongeren uit het technisch en pabo-onderwijs zijn begeleid. Deze experimenteerfase heeft de hypothese bevestigd, dat jongeren uit het techniekonderwijs een krachtig instrument vormen om leerlingen in het basisonderwijs enthousiast te maken voor de wereld van techniek.
In de experimenteerfase van 2012- 2020 hebben per jaar ca 1800 leerlingen in het basisonderwijs met de OhO-t-methode gewerkt, die daarbij door ca 150 jongeren uit het technisch en pabo-onderwijs zijn begeleid. Deze experimenteerfase heeft de hypothese bevestigd, dat jongeren uit het techniekonderwijs een krachtig instrument vormen om leerlingen in het basisonderwijs enthousiast te maken voor de wereld van techniek.
Experimenteerfase 2008 – 2012
Op advies van VTB-coördinator Frederieke Ubels worden enkele VTB-scholen in Tiel en omgeving benaderd voor toepassing van een pilot met OhO-t. De schoolleiding van de obs De Molenwerf in Tiel is hier meteen positief over. Zie: De Molenwerf. Het Lingecollege in Tiel selecteert daarop 4e-jaars vmbo-leerlingen (oud-leerlingen van De Molenwerf) om hen als techniekcoach in deze pilot in te zetten. Geconcentreerde benadering Gedurende een aantal weken wordt per twee po-leerlingen uit groep 4 en 5 een opdracht uit de methode Techniektoren uitgevoerd, onder leiding van een vmbo coach. Na afloop vertellen de po-leerlingen laaiend enthousiast hun juf wat ze hebben meegemaakt. Ook de vmbo-leerlingen, die hun coach-taak op vrijwillige basis uitvoeren, raken geboeid door dit werk. Eén van hen wil zelfs techniekdocent worden. Haal de druk weg bij po-leerkrachten Met genoegen zien de po-leerkrachten hun leerlingen gemotiveerd terugkomen van deze techniekles. Zij ervaren, dat op deze wijze de druk bij hen afneemt, als het gaat om het behalen van de kerndoelen n&t. Conclusies Po-leerlingen en vmbo-begeleiders voeren hun taken geboeid uit: dit is uitdagend en leuk! Leerkrachten merken, dat techniekonderwijs op deze wijze goed te organiseren valt. Leerkrachten en ouders krijgen een nieuwe kijk op de talenten van de kinderen. De basis is gelegd Deze eerste OhO-t-pilot heeft de basis gelegd voor vaste contacten over deze vorm van techniek-onderwijs tussen De Molenwerf en het Lingecollege. In het schooljaar 2009/10 is deze manier van werken gecontinueerd. Samenwerking tussen onderwijsinstellingen kost weliswaar de nodige moeite. Maar als het lukt, vormt dat de basis voor een structurele aanpak voor techniekeducatie in het basisonderwijs. |
Aansluiting met pabostudenten
Drie pabo-studenten van de Fontyshogeschool in Den Bosch ontdekken bij toeval het OhO-t-concept. Zij willen in hun minor MPD het dilemma behandelen, dat po-leerlingen geen idee hebben wat werken in de techniekpraktijk inhoudt. Deze pabostudenten zien in OhO-t een mogelijke oplossing daarvoor en nemen contact op met de initiatiefnemers van OhO-t. Deze ontmoeting leidt tot een duurzaam contact tussen beide partijen. Dat is in eerste instantie bij de uitvoering van de minor MPD, met OhO-t als object van onderzoek. De resultaten ervan, samengevat in een SWOT-analyse, wijzen uit dat OhO-t het genoemde dilemma krachtig kan oplossen, terwijl andere techniekacties gericht op po-leerlingen daar ver bij achterblijven. Het OhO-t-concept genereert zoveel inspiratie bij deze pabostudenten, dat zij ook hun mede-studenten enthousiast krijgen om dit concept in een pilot te testen. De directe contacten van pabostudenten met po-scholen maakt het eenvoudig hiervoor in het voorjaar 2010 een 'test'- school te vinden. Het wordt De Pollenhof in Hedel. Pabostudenten die connecties hebben met andere opleidingen recruteren techniek-jongeren voor deze OhO-t-pilot. Bijvoorbeeld vanuit het Technasium van het Jeroen Bosch College of van de praktijkschool De Rijzert in den Bosch.
De techniekteams die zo ontstaan, gaan aan de slag met hulpvragen van De Pollenhof en maken programma´s over 'constructie' voor groep 4 en over 'magnetisme' voor groep 5. Reacties op deze pilot in Hedel: - een leerling groep 5: 'Dit was de mooiste dag van mijn leven' - directeur De Pollenhof: ´Hoe mooi is het, dat techniekeducatie wordt uitgevoerd samen met vervolgopleidingen. Win-win-win! - een docent Fontyshogeschool: 'Wat een revolutionaire rijkdom' |
Uitbreidingsplan 2012 – 2020
De ruime ervaring in de afgelopen jaren met OhO-t nodigt uit tot continuering van bestaande vormen van OhO-t-samenwerking, maar ook tot uitbreiding daarvan. Dit laatste kan door autonome groei, wat een geleidelijke groeimogelijkheid inhoudt. Die groei kan een sterke impuls krijgen via externe partijen die belang hebben het dreigend tekort aan techniek jongeren te voorkomen. En inmiddels zijn scholen verplicht te werken aan techniek. Groei-impuls De grote tevredenheid van leerlingen en leerkrachten is de basis voor verdere groei. De positie waarin OhO-t zich nu bevindt, is een uitstekende basis voor verdere groei, ook naar andere regio's. Een onderwijskundige benadering, met lesbrieven en lesprogramma's voor vier onderwerpen zijn ontwikkeld en uitgebreid beproefd. Landelijke partijen Steun van externe partijen kan dit succes op landelijk niveau, zoals met VNO/NCW, met Platform Talent voor Technologie. |