De kennismaking van pabostudenten met OhO-t en hun enthousiasme over deze nieuwe onderwijsmethode heeft geleid tot een onverwachte, maar onmisbare schakel in het OhO-t-concept. Pabostudenten blijken de natuurlijke toegang tot basisscholen te zijn; zij beschikken over de juiste didactische kennis voor inbedding van OhO-t-projecten in die scholen en zij bezitten de capaciteit leiding te geven aan techniekteams.
Po-leerkrachten in een lastig parket
Leerlingen van de basisschool verkeren in een fase waarin hun talenten ontluiken, die zij nodig hebben voor hun toekomstige plaats in de samenleving. Po-leerkrachten hebben de maatschappelijk belangrijke taak die talenten zo goed mogelijk te stimuleren en die in lijn te brengen met wat de samenleving nodig heeft. Pabostudenten, als toekomstige po-leerkrachten, zullen zich daarop moeten voorbereiden. Dat betekent, dat zij straks hun leerlingen op een goed taal- en rekenniveau moeten brengen, de persoonlijk vorming van die leerlingen moeten begeleiden en ervoor zorgen dat hun leerlingen een behoorlijk historisch en geografisch besef meekrijgen. Maar daar blijft het niet bij. Van aanstaande leerkrachten wordt verwacht, dat zij kinderen met bepaalde achterstanden extra aandacht geven. Bovendien moeten kinderen meer cultuur en sport krijgen. En dan is ook nog de wereld van natuur en techniek die in het basisonderwijs niet mag ontbreken. De vraag is dan, hoe redelijk het is van po-leerkrachten en van pabostudenten met hun zorg- en welzijnsprofiel te verlangen, dat zij ook op dit terrein nog voldoende competent raken. De samenleving verwacht dat toch. Daarom worden er vanuit de overheid, de marktsector en het onderwijsveld hulp-programma's w&t aangeboden, vooral gericht op deskundigheidsbevordering van po-leerkrachten. VTB-pro is daar een voorbeeld van. Maar ook uitgaven als 'Praktische didactiek voor natuuronderwijs' (De Vaan en Marell) en 'Talent Ontwikkelen met Wetenschap en Techniek' (Hanno van Keulen en Yvette Sol) gaan ervan uit, dat po-leerkrachten deskundig moeten worden om hun leerlingen met de wereld van w&t vertrouwd te maken. Maar die leerkrachten moeten het uiteindelijk zelf doen. En dat blijkt in de praktijk voor de meesten te veel gevraagd. |
Pabo-studenten bieden de helpende hand
De gedachte bij het OhO-t-concept is de druk bij po-leerkrachten weg te nemen door het w&t-onderwijs gedeeltelijk te delegeren naar externe techniekteams, waarin pabostudenten een cruciale rol spelen. Met hun didactische en leidinggevende inbreng in OhO-t is dit concept ijzersterk geworden. Onder leiding van een pabostudent maken leerlingen en studenten uit het vervolgonderwijs kennis met elkaar, laten zich informeren over de doelstellingen van het OhO-project, zorgen voor inhoudelijke inbreng, maken een plan van aanpak, voeren hun OhO-educatieproject voor de desbetreffende leerlingen uit, ronden het project met een evaluatie af en zorgen voor voldoende tekst- en beeldmateriaal dat voor publicitaire doeleinden te gebruiken is. Voor pabostudenten betekent het meewerken aan zo'n leeromgeving dat zij spelenderwijs vertrouwd raken met de opleidingsdoelen ‘Leren onderzoeken en ondernemend leren’. Wat voor externe partijen heel lastig is, namelijk invloed krijgen op onderwijsprogramma's van een basisschool, is voor pabostudenten vanzelfsprekend. Als stagiair wordt van hen verwacht ideeën in te brengen voor prestatieverhoging van het onderwijs. Pabostudenten die betrokken zijn geraakt bij OhO-t, kunnen dit innovatieve concept tijdens hun stageperiode eenvoudig introduceren bij directie en leerkrachten van hun opleidingsschool. Evidence based Deze gecombineerde inzet van w&t-kennis van techniekjongeren en de onderwijskundige en organisatorische kracht van pabostudenten heeft laten zien, dat OhO-t een inspirerend en effectief middel is toegang te krijgen tot wereld van techniek, zowel voor po-leerlingen, voor po-leerkrachten, als voor pabostudenten. |